Onderweg

18 februari 2014 - Min Kun, Myanmar

Dinsdagavond, we zijn in Kalaw. Vesten aan, sjaal om het stadje is gelegen op 1300 m en het is frisjes. Twee dagen zijn we onderweg geweest en wat hebben we veel gezien en meegemaakt. Het is op het platteland of je je bevindt in de gemotoriseerde Middeleeuwen. Paardenkoetsjes staan te wachten bij de marktjes, buffels trekken de ploeg  over de rijstvelden, met de hand worden meubels van palmhout gemaakt die zo te zien weinig zitcomfort bieden. We zien meisjes uit de stengels van de lotusbloemen draden trekken om later mee te weven. Waar we ook stoppen, wat we ook willen zien we worden steevast uitgenodigd vooral foto's te maken.

Overal zijn monniken, ze lopen met hun bedelnap langs de straat alleen of in processie, ze zitten achter op een bromfiets of in een ossenkar. Bij bijna iedere pagode is muziek staan vrouwen met bedelnappen langs de kant van de weg en gooit ThantZin geld uit het raam. Het is of voor onderhoud van de pagode of voor een ceremonie. Het kost een lieve duit Boeddhist te zijn.

Vanmorgen zijn we nog geen uur onderweg of we zien allemaal versierselen bij een huis. Reden om te stoppen. Meteen komt er een man aan om ons te vertellen dat er gisteren een huwelijk heeft plaatsgevonden. De hele nacht is er gefeest, het bruidspaar, een heel jong stel met een erg verlegen bruidegom, wordt naar buiten gehaald en van de familie moeten ze met  ons op de foto. Zowel hun fotograaf als ThantZin maken foto's. We worden uitgenodigd te blijven lunchen maar we leggen uit dat we juist hebben ontbeten en dat we nog ver te gaan hebben.

in de loop van de middag zien we dat een olifant sierkleden omkrijgt, stoppen! We zijn nauwelijks de auto uit of er komen tweemannen om ons mee te nemen het dorpje in. Eerst laat hij zien hoe er bakken vol rijst gestoomd worden voor het feestmaal van deze dag, dan gaan we verder. We komen bij een plaats waar muziek wordt gemaakt en tientallen kindertjes schitterend aangekleed en opgemaakt gespannen zitten te wachten. Vandaag is er een bijzondere ceremonie. De jongetjes gaan voor de eerste keer in hun leven voor een korte periode het klooster in en dat gaat gepaard met een groot feest. Twee ouderstellen betalen dit hele dorpsgebeuren. De olifant krijgt een troon op zijn rug en daarop mogen drie kleine jongens gaan zitten, de andere jongens en meisjes mogen plaatsnemen in de laadbak van vrachtauto's.  Dan begint de processie; voorop religieuze vlaggen, twee jongens met een kleine gong, de olifant, de dorpsoudsten manen en vrouwen, de ouders van de aspirant kloosterlingen in hun mooiste kleren met offerandes voor Boeddha, de meisjes van het dorpje, en dan de vrachtauto's met de kindertjes. Wat een prachtig kleurrijk spektakel, wat leuk om mee te mogen maken. De mensen zijn allemaal even aardig en vragen er zelfs om gefotografeerd te worden. Onze dag kan niet meer stuk. 

Nu is het avond, we overnachten in een klein huisje in een soort grote tuin waar allemaal dit soort huisjes staan. In het pikdonker zijn we down town gewandeld en hebben redelijk gegeten. 

Met een gids hebben we afgesproken om morgen een trekking te maken. Om 800 uur moeten  we klaar staan. Op naar een nieuw avontuur.

 

 

 

 

4 Reacties

  1. Jannelies:
    18 februari 2014
    Wat gaaf, wat gaaf, wat gaaf!!!!!!
  2. Femmy:
    18 februari 2014
    Wat weer een fantastisch verhaal Jetteke, super leuk! Zo houd je voor jezelf ook een soort dagboek bij. Ik kijk alweer uit naar jullie volgende avontuur. Groetjes van Gunther, het gaat goed met hem, alleen heeft hij het heel koud, komt jullie bekend voor. Tot de volgende keer,
    Liefs Fem
  3. An en Roel.:
    18 februari 2014
    Een hartstikke leuk verslag.Geweldig om zo de inheemse bevolking te ontmoeten en kennis te maken met hun zeden en gewoonten.

    Groetjes van An en Roel.
  4. Henk en Ina:
    20 februari 2014
    Hoi Dauwe en Jet,
    Van Josita heb ik jullie blog doorgestuurd gekregen.
    We volgen jullie reisverslagen nu ook en genieten erg van jullie avonturen. Veel plezier verder en hopelijk worden jullie niet weer ziek.